Het album is een vreemde eend in de bijt binnen het oeuvre van The Walker Brothers. In vergelijking met hun Phil Spector-achtige popsongs uit de jaren '60 lijkt Nite Flights van een compleet andere band. Waar in het verleden de 'broers' samen de nummers zongen is Nite Flights verdeeld in drie blokken songs, elk door een van hen gezongen. Scott zingt de eerste vier, hierna is de beurt aan Gary en John sluit af.
Na de tegenvallende resultaten van No Regrets en Lines heeft platenmaatschappij GTO Records alle hoop op commercieel succes met The Walkers verloren. Met contractueel nog 1 album te gaan, maakt het GTO niet veel meer uit wat er uitgebracht wordt onder de naam The Walker Brothers. Dit geeft de broers de gelegenheid om in volledige artistieke vrijheid aan hun nieuwe album te werken.
Scott Walker gaat verder met waar hij eind jaren '60 met Scott 4 was gebleven: het mengen van pop met invloeden uit de Franse chanson en orkestmuziek. Hij lijkt echter ook een nieuwe invloed te hebben opgepikt: David Bowie. "Big Fat Mama Kick" en "Shutout" hadden zo van 'Heroes' kunnen komen. In "Shutout" voelt de invloed het sterkst. Gitarist Les Davidson produceert een solo die wel doet denken aan Robert Fripp in "Joe the Lion". Dramatisch hoogtepunt van de vier tracks van Scott is zonder twijfel het complexe "The Electrician". Niet alleen is "The Electrician" een van Scott's beste songs, het is misschien zelfs wel een van de best geschreven 'popsongs' uit de jaren '70. Minstens zo interessant als een "Bohemian Rhapsody" of een "Stairway to Heaven". Sinistere vocalen en achtergrondgeluiden tegenover een groep strijkers die de luisteraar meezuigen in Scott's bizarre droomwereld. Het is onbegrijpelijk dat muziekzender Radio 2 een track als deze nooit heeft opgenomen in hun Top 2000!
Na Scott is het de beurt aan Gary. Deze bewandelt met zijn twee nummers "Death of Romance" en "Den Haague" een stuk luchtiger terrein. John's songs doen qua tekstuele beelden meer aan die van Scott denken: teksten als "red, fresh blood burns on a diamond star" in "Disciples of Death" zijn niet ver uit de buurt van de "raw meat fists" en de "stitches torn and broke" uit Scott's "Nite Flights". Maar waar Scott zich qua klanken meer bevindt op het experimentele terrein van Bowie en Eno blijven de andere twee broers een beetje hangen in een contemporaine Steve Miller Band sound. Het is dan ook niet vreemd dat, wanneer er over Nite Flights wordt gesproken, de focus meestal ligt op Scott's meer avontuurlijke bijdragen die de tand des tijd het best hebben doorstaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten